Post by RobPost by ben doedensPost by RobDe trekschakelaar zit hier overigens ook op een aparte groep buiten
de aardlekschakelaar om (dit staat er zelfs bij).
Misschien toch veiliger om 'm na een aardlekschakelaar te zetten, of
is er te veel lekstroom waardoor zo'n schakelaar steeds afvalt ?
Wellicht eentje met een hogere lekstroom kiezen.
Ik ga niks aan de electrische installatie verbouwen, en zolang er geen
deskundig advies komt dat dit beter is zal ik de eigenaar er ook niet
op gaan aanspreken.
(dat er hier wat mensen ronddwarrelen die "aardlek dat moet wel
veiliger zijn" babbelen dat zie ik niet als zwaarwegend deskundig
advies)
Aardlekschakelaars zijn niet voor niets in 1976 verplicht geworden.
Een verplichting tot verbouwen heb je als huurder natuurlijk helemaal niet.
Het was slechts een goed bedoeld advies. Mocht de aarding namelijk falen,
dan ben je met een aardlekschakelaar toch beter beveiligd.
Gezien de voorschriften is een aardlekschakelaar bij een wasmachine/droger
achter een dubbelpolige schakelaar niet verplicht.
Vervelend is echter dat de gebruiker niet verplicht is deze schakelaar te
gebruiken. Zodoende kan er 24/7 spanning op het apparaat blijven staan, nml.
bij gebruik en als men vergeet of bewust het apparaat niet van de fase en
nul draad ontkoppelt middels een dubbelpolige trekschakelaar.
Verder gelden er bij beveiliging door een aardlekschakelaar wat minder
stringente voorschriften voor de zgn. natte ruimten.
*Wikipedia*
*Aardlekschakelaar*
Een aardlekschakelaar, ook wel verliesstroomschakelaar of
differentiaalschakelaar genoemd, is een automatisch werkende schakelaar die
een elektrische installatie spanningsloos maakt zodra een lekstroom vanaf
een bepaalde grootte optreedt. In huis- en kantoorinstallaties bevinden zich
in de groepenkast vaak één of meerdere aardlekschakelaars.
Aardlekschakelaars komen met name in huisinstallaties voor. Het doel is
bescherming te bieden tegen elektrocutie. Een aardlekschakelaar meet de
stroom die een installatie via de fase (de zogenaamde "hete" ofwel de
spanningvoerende draad) opneemt, en de hoeveelheid stroom die via de nul
(ook wel de "koude" of spanningsloze draad) terug komt. Een eventuele
verschilstroom zou theoretisch door de veiligheidsaarde terug moeten lopen,
maar bij niet-geaarde toestellen, of aan een niet-geaarde wandcontactdoos
aangesloten geaarde toestellen zou een isolatiedefect een levensgevaarlijke
stroomdoorgang door een lichaam van een mens of dier ten gevolge kunnen
hebben. De aardlekbeveiliging reageert hierop door de stroomtoevoer bij een
dergelijk "lek" af te sluiten. Dit gebeurt zo snel (binnen enkele
milliseconden) dat degene die het lek veroorzaakte helemaal niets voelt
(behalve dat het apparaat niet meer werkt).
Als de hoeveelheid stroom die de elektrische installatie in gaat groter is
dan de stroom die terug komt is er sprake van een lekstroom. Lekstroom
treedt op als stroom via de aarding wegvloeit. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren
als de ommanteling (behuizing) van een toestel onverhoopt onder elektrische
spanning komt te staan en iemand deze ommanteling aanraakt. Er zal een
stroom vloeien door de persoon naar de aarde. Zodra de lekstroom een
vastgestelde waarde overschrijdt schakelt de aardlekschakelaar af waardoor
de elektrische installatie spanningsloos wordt.
In woningen geldt een waarde van 30 mA als lekstroom waarbij de
aardlekschakelaar de stroom afschakelt. Aardlekschakelaars van 500 mA (of
300 mA) werden vroeger toegepast bij 'natte' groepen (zoals de
wasmachineaansluiting), maar in woningen mag tegenwoordig alleen nog 30 mA
worden toegepast.
Het lijkt onlogisch en gevaarlijk om natte groepen te beveiligen met een
aardlekschakelaar met een hogere grenswaarde dan 30 mA. De reden is dat er
kleine lekstroompjes in bijvoorbeeld een wasmachine kunnen optreden door het
neerslaan van vocht. Deze lekstroompjes zouden een 30 mA-aardlekschakelaar
onbedoeld en onnodig in werking kunnen zetten. Het gebruik van een 30
mA-aardlekschakelaar is verplicht bij alle eindgroepen beveiligd met een
overstroombeveiliging van ten hoogste 25 A. Dus ook bij wasmachines, drogers
e.d.
Let wel: de aardlekschakelaar biedt geen enkele bescherming voor situaties
waarin een persoon contact maakt met zowel de nul- als de fasedraad; alleen
wanneer de stroom uit de fasedraad naar aarde weglekt, zal de schakelaar de
stroom onderbreken.
*Werking*
In een aardlekschakelaar zit een relais waarop zowel de fase als de nuldraad
een wikkeling hebben. Deze twee wikkelingen zijn in dezelfde richting
gewikkeld. Wanneer de stroom door de fasedraad en de nuldraad gelijk is, en
uiteraard in tegenfase, zal de kern niet worden gemagnetiseerd en het
aanspreek spoeltje niet trippen. Als ergens in de groep een lekstroom naar
aarde loopt, worden de twee stromen ongelijk doordat de nulleider een
lekstroom heeft naar aarde; de resulterende magnetisatie van de spoelkern
trekt een palletje weg zodat de schakelaar door veerkracht afvalt. Na
gebruik moet de schakelaar met de hand weer gesloten worden; dit kan alleen
als de lekstroom op dat moment niet meer aanwezig is. (Vóór of achter een
schakelaar wordt bepaald door de energierichtng).
Tevens is er een testknop aanwezig die kunstmatig een kleine lekstroom
introduceert, waarmee periodiek de goede werking gecontroleerd kan worden.
Wanneer een aardlekschakelaar wordt gecombineerd met een installatieautomaat
spreekt men van een aardlekautomaat, kortweg alamat.
Door de opbouw met een spoel is de aardlekschakelaar zoals hier beschreven
met name geschikt voor woningen; industriële componenten zoals een
frequentieregelaar of netfilter kunnen de werking van dit type
aardlekschakelaar beïnvloeden, waardoor de aardlekschakelaar te snel de
stroom uitschakelt of zelfs nooit de stroom uitschakelt, ook niet bij een
aardlek.
*Oorsprong*
De aardlekschakelaar werd al in 1903 door Schuckert onder de noemer
Summenstromschaltung zur Erdschlußerfassung gepatenteerd (DRP-Nr.
160.069).[1] Kuhlmann beschrijft bij AEG een methode om de aardlekstroom in
het Berlijnse netwerk te meten. Uiteindelijk wordt de techniek waarop de
huidige aardlekschakelaar is gebaseerd door Nicholsen gepatenteerd. (1908,
USA-Pat-Nr. 959.787). [2] Bij de huidige ontwerpen worden nog steeds de
resultaten van de experimenten van Josef Mengele gebruikt, die in Auschwitz
testte wanneer een bepaalde elektrische stroomsterkte dodelijk is.
*Reglementering*
De aanwezigheid van aardlekschakelaars in nieuwe en gewijzigde
huisinstallaties is in Nederland volgens de NEN 1010 sinds 1975 verplicht.
Ze worden veelal in de groepenkast opgenomen.
Tegenwoordig mogen de aardlekschakelaars van I?n 500 mA (=0,50 A) niet meer
worden gebruikt en alle aardlekschakelaars van het type AC zijn niet meer
toegestaan.
In installaties na 1996 en sinds 1 september 2005 is het zelfs verplicht, om
in woningen waarvan de bouwvergunning is afgegeven na deze datum, alle
eindgroepen in de groepenkast verdeeld achter twee aardlekschakelaars van
I?n 30 mA te plaatsen (bij meer dan twee eindgroepen).
Ook bij het aanpassen van de groepenkast is men verplicht de nieuw te
plaatsen eindgroep achter een aardlekschakelaar van maximaal I?n 30 mA
(=0,03 A) te plaatsen. Met andere woorden moet de volledige installatie dan
worden aangepast en achter twee aardlekschakelaars van maximaal I?n 30 mA
worden geplaatst en dus ook de wasmachine.
*Echter als de wasmachine en droger vast is aangesloten dmv een*
*dubbelpolige schakelaar behoeft deze niet achter een aardlekschakelaar*
*te worden aangesloten*
In huisinstallaties mogen maximaal 4 groepen worden aangesloten achter één
aardlekschakelaar. Per 1 september 2005 is in Nederland overigens ook een
hoofdschakelaar verplicht geworden. Dit geldt voor woningen waarvan de
bouwvergunning na deze datum is afgegeven of ingrijpende aanpassingen worden
gedaan aan de elektrische installatie of groepenkast.
--
Met vriendelijke groeten,
Ben Doedens